De rol van automatiseren bij benoemen en vertellen van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2021-12-16
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
Introductie: Kinderen met een TOS ondervinden naast talige problemen ook vaak problemen met cognitieve vaardigheden. Onder deze cognitieve vaardigheden vallen deels problemen met het verbale werkgeheugen, met name het deel dat een rol speelt bij het automatiseren van informatie. In het huidig onderzoek wordt gekeken naar de rol van een onderdeel van het verbale werkgeheugen (automatiseringsvaardigheden) bij talige vaardigheden van kinderen met een TOS. Methode: Er zijn 144 participanten geworven bij de speciale behandelafdeling Ambulatorium van Kentalis. De participanten waren 7;6 jaar tot 13;8 jaar oud. Alle participanten waren gediagnosticeerd met een TOS. De participanten zijn op basis van hun specifieke verbale werkgeheugenvaardigheden verdeeld over twee groepen: een groep met kinderen met relatief zwakke automatiseringsvaardigheden (TOS AUTO-) en een groep kinderen met relatief sterke automatiseringsvaardigheden (TOS AUTO+). Deze groepen zijn met elkaar vergeleken op het gebied van woordvinding (benoemen), receptieve woordenschat en narratieve vaardigheden. Daarnaast is er gekeken of er een voorspelling over het niveau van de woordvinding en de narratieve vaardigheden gedaan kan worden op basis van een onderdeel van het verbale werkgeheugen (automatiseringsvaardigheden). Resultaten: De kinderen in de groep TOS AUTO- laten zien, dat zowel de receptieve woordenschat, woordvinding en narratieve vaardigheden niet significant verschillen van de kinderen in de groep TOS AUTO+. Ook is bij de kinderen met een TOS geen samenhang tussen de automatiseringsvaardigheden en het benoemen als je de groep als geheel neemt. Ditzelfde geldt voor de samenhang tussen de automatiseringsvaardigheden en het navertellen van een verhaal. Tevens kan er voor beide groepen op basis van het niveau van de automatiseringsvaardigheden op tijdsmoment 1 geen voorspelling gedaan worden over het niveau van de talige vaardigheden op tijdsmoment 2. Met de resultaten is er inzicht verkregen in het benoemen van woorden en daarmee ook in het vinden van woorden bij kinderen met een TOS. Discussie: Er is in huidig onderzoek geen evidentie gevonden voor de samenhang tussen verbale werkgeheugenvaardigheden en taalvaardigheid bij kinderen met een TOS. Dit suggereert dat de woordvinding mogelijk een hele andere vaardigheid is dan het snel benoemen en dat er voor het vertellen van een verhaal meer vaardigheden vereist zijn dan alleen goede automatiseringsvaardigheden bij kinderen met een TOS. Manipulatie in het toekennen van de groepen, gebruikte test, groepsgrootte en de definitie en werking van automatiseringsvaardigheden lijken hier een verklaring voor te kunnen bieden. Verder onderzoek naar de relatie tussen het verbale werkgeheugen en talige vaardigheden is nodig.
Description
Citation
Faculty
Faculteit der Letteren