Welcome to the Radboud Educational Repository


Here, Radboud University presents theses written by students affiliated with various bachelor’s and master’s programmes at the university, as well as papers from students of the Radboud Honours Academy and publications in the Radboud journal Ex Tempore.

Recent Submissions

  • Item
    The Moderating Role of Symptom Severity in the Relationship between Self-Stigma and Readiness to Change in Patients with Borderline Personality Disorder.
    (2020-07-02) Gijsbers, Kim
    The aim of this study was to investigate whether the relationship between self-stigma and readiness to change is moderated by BPD symptom severity. This cross-sectional study was part of a larger ongoing randomized controlled trial on the effectiveness of treatment of BPD. In total 85 patients with a primary diagnosis of BPD of eight mental health institutions in the Netherlands participated. Participants received self-report questionnaires to measure self stigma and readiness to change. Symptom severity was measured using a semi-structured clinical interview. The results show that an increase in self-stigma was associated with a decreased readiness to change. Analysis showed no moderation of symptom severity on the relationship between readiness to change and self-stigma. In conclusion, BPD symptom severity does not influence the negative relationship between self-stigma and readiness to change. Keywords: self-stigma, symptom severity, stages of change, borderline personality disorder
  • Item
    Angstdispositie als Voorspeller Voor Angstreactie na Non-Invasieve Reconsolidatie-Interventie Voor Geconditioneerde Stimulus
    (2020-07-13) Wijdeven, Sofie
    Exposure-therapie is bewezen effectief om angststoornissen te behandelen. Nadelig is echter de instandhouding van het angstige geheugenspoor, waardoor terugval mogelijk is. Recentelijke ontwikkelingen richten zich op reconsolidatie: het reactiveren van een angstige herinnering waardoor deze gevoelig wordt voor aanpassingen. Door tijdens dit proces te interveniëren kan de angstige associatie worden uitgewist, waardoor terugval mogelijk onwaarschijnlijker wordt. Veel is nog onbekend over deze experimentele interventie, waaronder voor wie deze geschikt is. Invasieve reconsolidatie-interventies bleken minder effectief bij een hoge angstdispositie. Er werd verwacht dat dit voor een non-invasieve interventie ook zou gelden. Daarom is onderzocht middels een conditionerings-experiment in hoeverre angstdispositie angstreactie kan voorspellen na het aanbieden van een non-invasieve reconsolidatie-interventie. Uit de resultaten bleek dat het moderatie effect niet significant was, de hypothese is dus niet bevestigd. Mogelijk voorspelt angstdispositie niet het interventie effect. Er resten nog vragen omtrent de verschillen en mogelijkheden die extinctie en reconsolidatie-interventies bieden. Sleutelwoorden: angstdispositie, reconsolidatie, extinctie, angstconditionering
  • Item
    Communiceren kan je leren?
    (2020-07-31) Karssen, I.D.
    Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van problemen met sociaal-communicatieve vaardigheden. Problemen met deze vaardigheden kunnen ook de ontwikkeling van taal en spraak bemoeilijken. Sociaal communicatieve vaardigheden worden grotendeels impliciet geleerd en impliciet of procedureel geheugen is dus van groot belang voor de sociale cognitie. De Procedurele Deficiëntie Hypothese stelt dat kinderen met een taalontwikkelingsstoornis een verminderd vermogen tot impliciet leren hebben, waardoor ze slechter sociaal-communicatieve vaardigheden leren. Onderzoek naar deze hypothese heeft heterogene resultaten opgeleverd. Een mogelijke verklaring is het gebruik van de Seriële Reactietijd Taak (SRTT). Er is een aantal kritiekpunten op deze taak. Een mogelijkheid om de kritiek te vermijden is door gebruik te maken van een taak gebaseerd op contingentie leren, de zogenaamde Contingentie Leren Taak (CLT). Met het huidige onderzoek is onderzocht of een taakversie met niet-talige stimuli tot dezelfde resultaten leidt als de oorspronkelijke CLT. Het doel van het onderzoek was het relateren van deze taak aan de SRTT en sociaal-communicatie vaardigheden, gemeten met de Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen (SRS-A). Negentien gezonde studenten hebben deelgenomen. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn er vier ANOVAs uitgevoerd en is met behulp van Spearman’s rangcorrelatiecoëfficiënt de samenhang tussen de verschillende instrumenten berekend. De nieuwe, niet-talige CLT bleek dezelfde resultaten op te leveren als de oorspronkelijke taak. Er was geen significante correlatie tussen impliciet leren gemeten met de CLT en de SRTT en sociaal-communicatieve vaardigheden. Dit indiceert dat de mate van impliciet leren niet significant samenhangt met sociaal-communicatieve vaardigheden, als onderzocht in deze studie. Keywords: taalontwikkelingsstoornis, impliciet leren, contingentie leren, procedurele deficiëntie hypothese, sociaal-communicatieve vaardigheden.
  • Item
    Stop Procrastinating: Effects of a CBT-based Group Intervention on Procrastination and Mental Wellbeing in Students
    (2020-07-03) Knümann, Carolin
    Students in particular suffer from procrastination. This can lead to serious academic and health problems. This study therefore aims to investigate the treatment effects of a short cognitive behavioural therapy (CBT)-based group intervention on procrastination and mental wellbeing in university students (n = 40). It was carried out as a randomized controlled trial with a waitlist control group. Procrastination and mental wellbeing were assessed before and after the intervention group received the intervention. It was based on previous research and consisted of four weekly training sessions featuring CBT-techniques. Results showed that the intervention helped participants reduce their procrastination significantly, with a large effect size. Mental wellbeing improved in the whole sample, with a large effect size, but it did not improve to a larger extent in the intervention group than in the control group. This study provides promising new insights into the effectiveness of a short CBT-based group intervention to address procrastination in students. Further research with an active control group, to eliminate non-specific intervention factors, is needed to validate the results. Consequently, this intervention might be an effective and time-efficient treatment option that can be offered in university settings in the future. Keywords: procrastination, cognitive behavioural therapy, randomized controlled trial, mental wellbeing
  • Item
    Het Effect van Ouderlijke Sensitiviteit en Structuur op de Ontwikkeling van Internaliserende Problemen bij Kinderen
    (2020-07-03) Ramakers, Noah
    Ongeveer één op de vijf jongeren ervaarden in 2017 internaliserende problemen. Het doel van deze studie was om meer inzicht te verkrijgen in de etiologie van deze problemen. Hiervoor was de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Wat is het effect van ouderlijke sensitiviteit en structuur bij 15 maanden op internaliserende problemen bij 14-jarigen? Om deze vraag te beantwoorden, vonden er twee metingen plaats. Bij de eerste meting werden de ouderlijke sensitiviteit en structuur gemeten doormiddel van de Emotional Availability Scale. Hier namen 129 kinderen van 15 maanden en hun ouders vrijwillig aan deel. Bij de tweede meting werden de internaliserende problemen gemeten doormiddel van de Child Behavoir Checklist. Dit gebeurde op 14-jarige leeftijd en hier namen 79 kinderen en hun ouders wederom aan deel. Er werd verwacht dat zowel ouderlijke sensitiviteit als ouderlijke structuur zorgen voor minder internaliserende problemen. Om de vraagstelling te beantwoorden, werd de regressieanalyse genaamd PROCESS uitgevoerd. De hoofdeffecten van ouderlijke sensitiviteit en structuur op internaliserende problemen waren beide niet significant. Het interactie-effect was wel significant, echter bleek het effect van de verschillende niveaus van ouderlijke sensitiviteit niet significant. Ouderlijke sensitiviteit en structuur bij 15 maanden heeft dus geen effect op internaliserende problemen bij 14-jarigen. Het verschil met eerdere bevindingen kan verklaard worden doordat jongeren beter zelf hun internaliserende problemen rapporteren dan hun ouders en doordat genetische factoren mogelijk een storende variabele kon zijn. Wat betreft vervolgonderzoek wordt er aangeraden om de internaliserende problemen te meten bij 10-jarige meisjes en om de vierde versie van de EAS te gebruiken. Keywords: internaliserende problemen, ouderlijke sensitiviteit, ouderlijke structuur, emotionele beschikbaarheid

Communities in Radboud Educational Repository

Select a community to browse its collections.