Abstract:
De cultuursector (met name Kunsten '92) overlegt regelmatig met de minister/het ministerie van Cultuur en zijn adviseur de Raad voor Cultuur over het cultuurbeleid. Voorstellen van de minister, van de Raad én van de sector komen aan bod. Uiteindelijk bepaalt de minister het beleid. Ideeën van de sector worden daarbij soms genegeerd; ideeën van de minister waar de sector tegen is, worden soms toch doorgezet.
Tijdens de coronacrisis wordt duidelijk hoezeer 'de Nederlander' gehecht is aan zijn culturele bezigheden, de actieve en de passieve. Cultuur blijkt maatschappelijk belangrijker dan gedacht. De kunstinstellingen bewijzen hun kracht middels de alternatieve presentaties die zij coronaproof bieden.
Deze bevindingen leiden tot de conclusies dat de minister/het ministerie de cultuursector/Kunsten '92 (nog) meer moet betrekken bij het cultuurbeleid en zich ruimhartiger moet opstellen en dat de sector zich (nog) assertiever moet opstellen, passend bij het gebleken belang van de cultuur.