Abstract:
Deze masterthesis richt zich op de vraag hoe Tilburgse geestelijken omgingen met de spanningen die het proces van modernisering opleverde tussen 1916 en 1940. Aan de hand van het taalgebruik in het blad Roomsch Leven is onderzocht hoe zij veranderingen, als gevolg van dit proces, weergaven en welke gedragsveranderingen ze van hun gelovigen vroegen. Het onderzoek richt zich voornamelijk op het spanningsveld tussen de katholieke kerk in Tilburg en het opkomende massavermaak zoals bioscoop en dansen.