Onder permanente constructie: Een onderzoek naar cultureel ondernemerschap binnen het Nederlandse hoger kunstonderwijs
Keywords
No Thumbnail Available
Authors
Issue Date
2020-08-27
Language
nl
Document type
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Title
ISSN
Volume
Issue
Startpage
Endpage
DOI
Abstract
In deze scriptie wordt onderzocht op welke manier de Willem de Kooning Academie te Rotterdam en ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten te Arnhem, Enschede en Zwolle invulling geven aan het begrip cultureel ondernemerschap in het huidige onderwijsbeleid. De aanleiding voor dit onderzoek is de nieuwe context die is ontstaan, waarin het belang en het aanbod van scholing in cultureel ondernemerschap toeneemt, maar de verwarring omtrent de multi-interpretabiliteit van het begrip “cultureel ondernemerschap” en de heersende spanning tussen de intrinsieke en artistieke waarden die men toekent aan kunst en de economische waarden als onderdeel van ondernemerschap nog niet zijn afgenomen.
Deze spanning tussen kunst en economie maakt, net als de ontwikkeling van de notie van cultureel ondernemerschap binnen het Nederlandse cultuurbeleid, een belangrijk deel uit van de context waarbinnen de Willem de Kooning Academie en ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten invulling hebben gegeven aan cultureel ondernemerschap. Deze context wordt in hoofdstuk 1 uiteengezet. In hoofdstuk 2 wordt op grond van meerdere onderzoeken en theorieën waarin een poging wordt gedaan het begrip cultureel ondernemerschap inzichtelijk te maken een eigen werkdefinitie geformuleerd. Deze werkdefinitie wordt vervolgens vertaald naar een model dat de taxonomie van cultureel ondernemerschap weergeeft. Het analysemodel omvat drie hoofdcomponenten, deze hebben betrekking op de waarden die ten grondslag liggen aan het ondernemerschapsonderwijs, het onderwijsperspectief met betrekking tot cultureel ondernemerschap en de door de kunstacademie aangereikte middelen.
Met behulp van het samengestelde analysemodel en de kritische discoursanalyse “discourse-cognition-society triangle” van Teun van Dijk worden in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 achtereenvolgens de manier waarop de Willem de Kooning Academie en ArtEZ Hogeschool invulling geven aan cultureel ondernemerschap binnen het huidige onderwijsbeleid onderzocht. Door middel van de discoursanalyse van Van Dijk worden per kunstacademie vijf bronnen geanalyseerd en geïnterpreteerd: de studiegids, het instellingsplan, het jaarverslag, een interview met een onderwijsadviseur- of ontwikkelaar en een interview met een student of alumnus die een algemeen op cultureel ondernemerschap gericht programma volgt dat door de betreffende kunstacademie wordt aangeboden. Naar aanleiding van deze geanalyseerde en geïnterpreteerde onderwijsbeleidsdocumenten en interviews wordt per component uit het analysemodel nagegaan in hoeverre en op welke manier die een rol speelt binnen het onderwijsbeleid van de betreffende kunstacademie. Door het analysemodel vervolgens volledig in te vullen, wordt de manier waarop de Willem de Kooning Academie en ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten invulling geven aan cultureel ondernemerschap binnen het huidige onderwijsbeleid inzichtelijk gemaakt.
Tot slot wordt er op basis van de uitkomsten van de analyse aangegeven hoe het begrip “cultureel ondernemerschap” per kunstacademie geformuleerd kan worden en wordt er tevens een licht geworpen op de multi-interpretabiliteit van het begrip “cultureel ondernemerschap”, het belang van het nastreven van artistieke en intrinsieke waarden als onderdeel van cultureel ondernemerschap, de rol die cultureel ondernemerschap kan spelen bij het overbruggen van de kloof tussen het hoger kunstonderwijs en de arbeidsmarkt, de ontwikkelingen op het gebied van de spanning tussen kunst en economie en daarmee ook de toekomst aangaande cultureel ondernemerschap binnen het hoger kunstonderwijs.
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Letteren