De kwaliteit van groeen ruimte en de invloed daarvan op het bewegingsgedrag van inwoners van Nijmeegse buurten
Keywords
Loading...
Authors
Issue Date
2024-08-17
Language
nl
Document type
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Title
ISSN
Volume
Issue
Startpage
Endpage
DOI
Abstract
In dit onderzoek is het verband onderzocht tussen kwaliteit van groene ruimte en bewegingsgedrag. De onderzochte groene ruimte, in dit onderzoek ook parken en stadsbossen genoemd, is te vinden in en rond drie Nijmeegse buurten. Deze buurten zijn Galgenveld, Sint-Anna en Brakkenstein. In de literatuur wordt veel gesproken over het verband tussen groene ruimte. Groene ruimtes worden genoemd als mogelijke oplossing om mensen meer te laten bewegen. De Nederlandse overheid heeft namelijk de ambitie om driekwart van de Nederlanders aan de beweegrichtlijnen te laten voldoen in 2040. Dit houdt in dat men minimaal 150 per week aan matig intensieve beweging doet.
Groene ruimtes kunnen een aantal voordelen hebben. Zo kunnen ze een positieve invloed hebben op de mate van beweging. Ook kunnen groene ruimtes psychologische voordelen hebben.
Het onderzochte verband in dit onderzoek is de kwaliteit van groene ruimte en bewegingsgedrag. In dit verband wordt gecontroleerd voor sociaaleconomische status (SES).
De achterliggende theorie achter het verband tussen kwaliteit van groene ruimte en bewegingsgedrag is vrij complex. Het is namelijk niet een simpel verband, maar heel veel verschillende factoren hebben invloed op de relatie. Daarom vonden veel onderzoeken tussen groene ruimte en bewegingsgedrag ook vaak geen relatie. Factoren als grootte van de groene ruimte, kwaliteitsaspecten en nabijheid spelen allemaal een rol in hoe vaak deze ruimte wordt bezocht.
Via Geographical Information Systems (GIS) is deels gecontroleerd voor SES. Daarnaast zijn de groene ruimte via deze methode uitgekozen. De buurtbewoners van deze groene ruimtes in de buurten Galgenveld, Sint-Anna en Brakkenstein hebben briefjes in de brievenbus gekregen met de vraag of ze wilden deelnemen aan dit onderzoek. Ze konden via een QR-code een link vinden naar de vragenlijst. In deze vragenlijst stonden vragen over de groene ruimte, over hun
beweeggedrag en over hun SES. Er werd op een directe manier naar de kwaliteit van de groene ruimte gevraagd, maar ook op een indirecte manieren. Deze indirecte manier was door naar veel verschillende kwaliteitsaspecten te vragen. Als de kwaliteitstoets aan de hand van de Cronbach’s Alpha het toeliet werden deze aspecten met elkaar gecombineerd tot één variabele. Zo is de variabele ‘breed gemeten kwaliteit van groene ruimte’ ontstaan. Daarnaast werd er ook gevraagd hoe graag een respondent in de nabijgelegen groene ruimte kwam. Dit was een andere indirecte manier om de kwaliteit te beoordelen. De derde manier om de kwaliteit te beoordelen was het direct vragen naar de kwaliteit van de groene ruimte. De uitkomsten van deze vragenlijsten zijn dat Heumensoord het hoogst beoordeeld werd op het gebied van kwaliteit. Daarna volgende ‘het bos van de universiteit’ en uiteindelijk het Groene Perron. De beoordeelde kwaliteit van de drie groene ruimtes was goed. In Brakkenstein werd het meeste bewogen. In de andere twee wijken werd een stuk minder bewogen. Sint-Anna en Galgenveld verschilden op het gebied van beweging niet heel erg.
De SES had geen grote invloed op de resultaten van het onderzoek. De resultaten waren gemixt en gaven het beeld dat er geen duidelijk verband was tussen kwaliteit van parken en stadsbossen. Wel kan gezegd worden dat hoe liever een
respondent in een groene ruimte komt, hoe meer er wordt bewogen.
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Managementwetenschappen