Lokaal veiligheidsbeleid onder hoogspanning. Varianten bij de lokale invulling van landelijk beleid rond hoogspanningslijnen

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2013-08-30
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
Ondanks vele wetenschappelijk onderzoeken is het gezondheidsrisico van Elektronisch Magnetische velden nooit onomstotelijk vastgesteld. Om uit voorzorg te voorkomen dat er nieuwe situaties in Nederland ontstaan waarbij personen binnen de potentiele gevarenzone wonen heeft het toenmalige ministerie van VROM in 2005 het rijksadvies hoogspanningslijnen opgesteld. Nu enkele jaren na het uitbrengen blijkt dat lokale overheden op verschillende manieren invulling geven aan het advies en in sommige gevallen voorbij gaan aan het eigenlijke doel: zij nemen extreem dure maatregelen om ook bestaande situaties te saneren. Uit een vroege analyse is gebleken dat bijvoorbeeld de gemeenten Apeldoorn, Breda, Maarssen, Nieuwegein, ’s-Hertogenbosch en Veenendaal allen op een eigen manier omgaan met het hoogspanningsdossier in hun gemeente. In het daaropvolgende onderzoek is er via kwalitatieve (diepte-interviews met onder andere lokale bestuurders) en kwantitatieve (flits enquêtes onder burgers) in beeld gebracht welke factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van dergelijk lokaal hoogspanningsbeleid. Met behulp van het barrièremiddel van Bachrach en Baratz (1970) en het Advocacy Coalition Framework van Sabatier & Weible (2007) is een verklaring gevonden voor de manier waarop het beleid zich ontwikkeld en welke motieven daaraan ten grondslag liggen. Naar aanleiding van dit onderzoek is gebleken dat het veelal de lokale bestuurder (i.e. wethouder) drijvende kracht is achter de ontwikkeling van het dossier. Nu blijkt tevens dat deze lokale bestuurder, wanneer hij of zij kiest voor het nemen van maatregelen, dit veelal doet vanuit het geloof dat deze maatregelen gewenst zijn door de burgers in zijn gemeente. Uit het kwantitatieve element van deze scriptie blijkt echter dat de betrokken burger helemaal niet altijd maatregelen wenst maar veel liever ziet dat de overheid ditzelfde geld in andere beleidsdossier investeert (bijvoorbeeld (ouderen)zorg). Dit leidt tot de generieke aanbeveling dat binnen het hoogspanningsdossier niet altijd gestreefd moet worden naar dure maatregelen maar dat (lokale) bestuurders eerst op bezoek moeten gaan bij de ‘gemiddelde’ Nederlandse burger om haar preferenties in kaart te brengen.
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Managementwetenschappen