Jongeren van de drank af: Een onderzoek naar het effect van humor op de overtuigingskracht van bedreigende voorlichtingsboodschappen over alcoholgebruik.
Keywords
Loading...
Authors
Issue Date
2015-07-16
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
Het huidige onderzoek is gericht op alcoholvoorlichting bij minderjarige jongeren. In het onderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal: “In hoeverre heeft humor invloed op de overtuigingskracht van een bedreigende gezondheidsboodschap”. Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag is de volgende hypothese opgesteld: ‘Een voorlichtingsboodschap met een lage dreiging heeft een grotere overtuigingskracht dan een voorlichtingsboodschap met een hoge dreiging, maar wanneer er humor aan de boodschap wordt toegevoegd heeft de voorlichtingsboodschap met de hoge dreiging een grotere overtuigingskracht dan de voorlichtingsboodschap met een lage dreiging.’ Deze hypothese is middels een 2 (dreiging: laag / hoog) x 2 (humor: aanwezig / afwezig) getoetst, maar wordt niet bevestigd. Humor blijkt geen invloed te hebben op de overtuigingskracht van bedreigende voorlichtingsboodschappen. Een hoog bedreigende voorlichtingsboo! dschap me t humor blijkt niet overtuigender dan een laag bedreigende voorlichtingsboodschap met humor.
Er was een tweede hypothese opgesteld om het onderliggende proces van het effect van humor op de overtuigingskracht te verklaren. Deze hypothese luidde: ‘Een bedreigende voorlichtingsboodschap met humor heeft een grotere overtuigingskracht dan een bedreigende voorlichtingsboodschap zonder humor. Dit effect van humor op de overtuigingskracht wordt mogelijk gemedieerd door defensiviteit, stemming, self-efficacy en response efficacy.’ Omdat de eerst hypothese is verworpen, is er geen sprake van een onderliggend proces. Wel blijkt dat de mate van dreiging invloed heeft op de stemming van de proefpersonen. De voorlichtingsboodschap met een hoge dreiging zorgt voor een negatievere stemming dan de voorlichtingsboodschap met een lage dreiging. Daarnaast blijkt dat self-efficacy een marginaal voorspellende variabele is voor attitude en intentie. Stemming blijkt een voorspellende variabele voor intentie. De attitude ten opzichte van het gepropageerde gedrag en de intentie om het g! epropagee rde gedrag over te nemen, neemt toe wanneer proefpersonen zichzelf in staat achten om het gepropageerde gedrag uit te voeren. Daarnaast neemt de intentie om het gepropageerde gedrag over te nemen ook toe wanneer de stemming van de proefpersonen positiever wordt.
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Letteren