Samenwerken.. je met het maar kunnen, en willen. Een kwalitatief onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op de mate waarin de Veiligheidsregio's en het Ministerie van Defensie samenwerken en bereid zijn om samen te werken tijdens een crisis.

Keywords

Loading...
Thumbnail Image

Issue Date

2023-08-25

Language

nl

Document type

Journal Title

Journal ISSN

Volume Title

Publisher

Title

ISSN

Volume

Issue

Startpage

Endpage

DOI

Abstract

In het jaar 2000 vonden er twee crises plaats in Nederland: de vuurwerkramp in Enschede en de brand op oudjaarsavond/nieuwjaarsdag in café ’t Hemeltje in Volendam. Omdat geconcludeerd werd dat onder andere een “stevige” samenwerking van groot belang was voor toekomstige rampenbestrijding en crisisbeheersing, werden in 2010 de veiligheidsregio’s opgericht. Bij de evaluatie van de Wet Veiligheidsregio’s kwam naar voren dat versterking in de samenwerking en netwerkkracht in combinatie met uniformering van processen, als gemeenschappelijke doelstellingen van de veiligheidsregio” zou moeten plaatsvinden. Een van de samenwerkingspartners van de veiligheidsregio is het ministerie van Defensie. Dat Defensie hierbij betrokken is vloeit voort uit de derde hoofdtaak van Defensie: “De civiele overheid ondersteunen bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp”. Ondanks dat het ministerie van Defensie structureel deel uitmaakt van de crisismanagementstructuur lijkt er geen eenduidige wijze te zijn waarop er vanuit de veiligheidsregio’s met Defensie wordt samengewerkt tijdens een crisis (in de warme fase). De roep om een eenduidige versterking van de (interorganisationele) samenwerking tussen de veiligheidsregio’s en het ministerie en Defensie is dan ook het probleem dat aanleiding geeft tot dit onderzoek. Daarom dat in dit onderzoek is onderzocht welke factoren van invloed zijn op de mate waarin er sprake is van interorganisationele samenwerking en de bereidheid tot samenwerking. Uit de wetenschappelijke literatuur is gebleken dat de mate van gedeelde ambities, wederzijds begrip voor elkaars belangen, vertrouwen, kwaliteit van afspraken, verbindend leiderschap en de invloed van de individuele liaison factoren zijn die van invloed zijn op de mate van interorganisationele samenwerking en de bereidheid tot samenwerking. Middels het doen van kwalitatief onderzoek is getracht tot de kern te komen van wat de ervaring is van beide partners en wat deze ervaring verklaart. Dit onderzoek betreft daarmee een deductief onderzoek. Als onderzoeksdesign is gekozen een multiple casestudy. Dit onderzoek heeft betrekking op acht verschillende cases ten aanzien van de samenwerking tussen de Veiligheidsregio’s en Defensie. Gekozen is om enkel onderzoek te doen naar de acht veiligheidsregio’s die vallen onder het aandachtsgebied van het Bureau Nationale Operaties van 43 Gemechaniseerde Brigade. De veiligheidsregio’s die vallen onder het aandachtsgebied van deze gevechtsbrigade zijn: Groningen, Fryslân, Drenthe, IJsselland, Twente, Utrecht, Gooi en Vechtstreek en Flevoland. Voor dit onderzoek is inzicht en kennis worden verzameld door gebruik te maken van twee kwalitatieve dataverzamelingsmethoden: documentenonderzoek en interviews. Gebleken is dat er grote verschillen zijn als het gaat om de mate van interorganisationele samenwerking en de bereidheid tot samenwerking in de acht verschillende veiligheidsregio’s. Deze zijn in drie categorieën te onderscheiden, waarbij bij één regio geen eenduidige werkwijze duidelijk is geworden: 1. Standaard samenwerking; 2. Op verzoek van de veiligheidsregio, maar wel contact met de liaison; 3. Op verzoek van de veiligheidsregio; In hoeverre de veiligheidsregio’s bereid zijn om samen te werken is ook heel verschillend. Hierin lijken vier categorieën in te bestaan. 1. Hoge bereidheid 2. Geen actieve investering in de samenwerking 3. Veel investering in de liaison 4. Alleen investeren indien nodig 3 | Gebleken is dat geen van de op wetenschappelijke literatuur factoren gebaseerde van invloed is op de mate van interorganisationele samenwerking en de mate van bereidheid tot samenwerking tussen de veiligheidsregio’s behorend tot het aandachtgebied van 43 gemechaniseerd brigade en het ministerie van Defensie, waarbij de factoren vertrouwen en de invloed van de individuele liaison wel als erg belangrijk worden ervaren door de partners. De mate van vertrouwen in Defensie is volgens de respondenten erg afhankelijk van het vertrouwen in de militaire liaison. Als het gaat om de ‘invloed van de individuele liaison’ is gebleken dat de individuele karakteristieken van de liaison een belangrijke rol spelen bij interorganisationele samenwerking en de bereidheid hiertoe. Met name is naar voren gekomen dat de wijze van opstellen naar partners en de persoonlijke beweegredenen van de liaisons, ertoe kan leiden dat de samenwerking juist goed of minder goed verloopt of verlopen is. Tenslotte is, als bijvangst, uit de gesprekken met de respondenten naar voren gekomen dat de wijze waarop de crisisorganisatie is ingericht wordt een factor is, die van invloed is op de mate van interorganisationele samenwerking en de bereidheid hiertoe, aangezien Defensie slechts één van de partners, die al dan niet kan aansluiten op uitnodiging van de veiligheidsregio, zoals men afspreekt en kenbaar maakt in de convenanten. Op basis van deze resultaten zijn er aanbevelingen geformuleerd. Dit betreffen aanbevelingen voor zowel het ministerie van Defensie als voor de veiligheidsregio’s. Daarnaast zijn er ook aanbevelingen geformuleerd voor het doen van vervolgonderzoek.

Description

Citation

Faculty

Faculteit der Managementwetenschappen

Specialisation