Fonologische vormovereenkomsten: Een onderzoek naar de invloed van fonologische vormovereenkomsten tussen het lexicon van de moedertaal (L1) en een tweede taal (L2) op het woordleren van een L2

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2016-07-25
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
Woorden zitten opgeslagen in het mentale lexicale netwerk. Ze zijn aan elkaar verbonden en het netwerk is in principe taalonafhankelijk (Bultena 2013). De relatie van meerdere talen in het lexicale netwerk is wel afhankelijk van de manier van taalleren (Kecskés 2000). Alleen door middel van intensief L2-taalonderwijs wordt de informatie uit de L2 aan de al bestaande informatie uit de L1 gekoppeld. Een model voor het mentale lexicale netwerk is het Cohort Model (Marslen-Wilson 1989). Volgens dat model zorgt fonologische input voor de activatie van adressen. Die adressen worden geactiveerd zodra het begin van een woord wordt gehoord of uitgesproken. Woorden uit verschillende talen die qua fonologie op elkaar lijken bevinden zich dichtbij elkaar in het netwerk en worden tegelijkertijd geactiveerd. Misverstanden en versprekingen zijn aanwijzingen voor het idee dat het mentale lexicon is gebaseerd op de fonologische vorm en dat woorden worden geactiveerd bij het begin van een woord (Bond et al. 1975, 1980, 1983). Beginnende L2-leerders blijken meer op de fonologische overeenkomsten te letten dan op andere overeenkomsten (Meara 1986). Beginnende L2-leerders hebben dus baat bij woorden uit de L2 die qua fonologische vorm lijken op woorden uit de L1.
Description
Citation
Faculty
Faculteit der Letteren