Het proces naar vertrouwen : Een onderzoek naar de prestatieafspraken tussen gemeenten en woningcorporaties in de Stedendriehoek

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2011-07
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
De overheid is grondwettelijk verantwoordelijk voor het bieden van voldoende woongelegenheid. Deze taak ligt vooral bij de gemeenten omdat zij het dichtst bij de burgers staan. Eén van de instrumenten voor het gemeentelijk woonbeleid vormen de prestatieafspraken met woningcorporaties. De woningcorporaties dragen op basis van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) verantwoordelijkheid voor een zestal prestatievelden met betrekking tot de volkshuisvesting. Er was in de afgelopen periode onduidelijkheid over de taak van de woningcorporaties. Onder invloed van Europese regelgeving heeft het Rijk onlangs besloten de corporaties terug te dwingen tot hun kerntaak: het huisvesten van de sociale doelgroep. De gemeentelijke exploitatie staat onder druk omdat de inkomsten uit de verkoop van bouwgrond zijn afgenomen en de decentralisatie van rijkstaken niet gepaard ging met bijbehorende middelen. De woningmarkt is momenteel sterk in beweging. De koopprijzen dalen sinds enkele jaren, nadat ze vele jaren waren gestegen. De doorstroming op de woningmarkt is beperkt en de woningbouw stokt. In deze context zijn gemeenten en corporaties samen verantwoordelijk voor de huisvesting van de sociale doelgroep, het investeren in de woonomgeving en de wijk- en buurtaanpak. De gemeenten Apeldoorn, Deventer en Zutphen hebben hiertoe afspraken met corporaties gemaakt. De afspraken dateren uit 2003, 2010 respectievelijk 2008. Deze prestatieafspraken betreffen de nieuwbouwproductie en andere wijzigingen in de kernvoorraad woningen, wonen en zorg en financiën. Vervolgens zijn wisselend per gemeente afspraken opgenomen over woonlasten, herstructurering, leefbaarheid, duurzaamheid en participatie. Op basis van rapportages van de gemeenten en corporaties zelf, alsmede onderzoeken door derden, is beoordeeld in hoeverre de gemaakte prestatieafspraken ook werkelijk zijn gerealiseerd. De kwantitatieve afspraken over woningbouwproductie, sloop en herstructurering bleken gehaald. De kernvoorraad voor de sociale doelgroep kwam beschikbaar. Wat betreft de afspraken over specifieke groepen zoals starters, studenten en zorgvragers waren de resultaten wisselend. Bij de kwalitatieve afspraken over bijvoorbeeld duurzaamheid en parkeren, waren de resultaten minder goed. Over leefbaarheid werden in de prestatieovereenkomsten nauwelijks concrete afspraken gemaakt. Ondanks dat bleek uit rapportages van het Centraal Fonds Volkshuisvesting dat de corporaties gezamenlijk meer geïnvesteerd hadden in de leefbaarheid in wijken dan referentiecorporaties. Gemeenten en corporaties maakten overigens wel apart afspraken over herstructurering van wijken. De resultaten van de prestatieafspraken werden door de betrokkenen met een voldoende of ruim voldoende beoordeeld. Vervolgens is onderzocht welke factoren van invloed waren op het behaalde resultaat. Deze factoren waren niet objectief vast te stellen per onderdeel van de prestatieafspraken. De afspraken vormen voor de betrokkenen een samenhangend geheel. De succesfactoren konden op basis van interviews worden benaderd. De betrokken partijen noemden zelf als belangrijkste succesfactoren: een gezamenlijke visie, vertrouwen, een gedeelde rolopvatting, persoonlijke verhoudingen en respect. De vraag of procesmanagement kan bijdragen aan succesvolle prestatieafspraken is benaderd via vergelijking van de door partijen genoemde succesfactoren en de kernelementen van procesmanagement. De theorie van procesmanagement onderscheidt openheid, bescherming van kernwaarden, voortgang bewaken en inhoud als elementen voor een goed proces. In het kader van openheid is het belangrijk de gezamenlijke doelstelling te bepalen en de juiste partijen te betrekken. De bescherming van kernwaarden vraagt om rekenschap met de positie en belangen van partijen. Daarmee wordt vertrouwen bevorderd. Bij procesmanagement is het belangrijk de voortgang van het proces te bewaken. Dat kan worden gestimuleerd door (tussentijdse) successen en door de juiste mensen aan tafel te brengen. Tot slot is het belangrijk, via inzet van deskundigheid en het verbreden en focussen van informatie, te zorgen voor voldoende inhoud van het proces. De door betrokkenen belangrijk geachte factoren sluiten aan bij de kernelementen van procesmanagement. Op basis van het besef van wederzijdse afhankelijkheid van gemeenten en corporaties en de groeiende complexiteit en dynamiek van de woningmarkt, wordt gesteld dat de theorie van procesmanagement zeker in de huidige context kan bijdragen aan het succes van prestatieafspraken. Dat betekent niet dat procesmanagement altijd de juiste methode vormt. Wanneer de te bereiken prestaties concreet geformuleerd kunnen worden, zijn andere methoden meer geschikt om de resultaten voortvarend te bereiken.
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Managementwetenschappen