'Dacht ik' inferentieel? Ik dacht het niet!

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2016-08-20
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
Binnen de taalwetenschap is er discussie over de status die toegekend kan worden aan evidentialiteit bij lexicale vormen. Aangezien veel evidentiële vormen zich vanuit lexicale vormen ontwikkelen, is het voor de hand liggend om lexicale vormen als evidentieel te beschouwen wanneer ze op die manier gebruikt worden. Ook het Nederlands heeft evidentieel gebruikte lexicale vormen, zoals de parenthetische constructie denk ik. Deze constructie wordt gebruikt wanneer sprekers ter plekke een inferentie maken en is een vorm van inferentiële evidentialiteit. De verledentijdsvorm van deze constructie, dacht ik, wordt door de Hoop et al. (2015) als een vergelijkbare evidentiële uitdrukking besproken, maar gedraagt zich anders. Sprekers gebruiken dacht ik wanneer ze in een bepaalde veronderstelling verkeren. De parenthetische constructie dacht ik is een vorm van veronderstelde evidentialiteit, waarmee sprekers kunnen aangeven dat ze zich voor hun bewering op algemene kennis of op evidentie uit het verleden baseren. Ik zal laten zien dat het verschil in interpretatie en gebruik van de constructies denk ik en dacht ik te verklaren is door dit verschil in evidentialiteit.
Description
Citation
Faculty
Faculteit der Letteren