La grand-mère antillaise : un musée ? Transmettre l'identité féminine antillaise.

Abstract

De Antilliaanse vrouw wordt vaak beschreven als minnares of “femme-matador” in de Franse literatuur. Simone Schwarz-Bart en Maryse Condé gaan in hun romans in tegen dit beeld. Ze laten zien dat de identiteit van de vrouw een puzzel is. Door autofictie als genre kunnen ze een “effet de réel” creëren en kan de lezer zich makkelijker identificeren met de Antilliaanse vrouw. Door in het personage van de grootmoeder zowel verleden, heden en de toekomst samen te brengen, wordt zij een “lieu de mémoire”.

L’image de la femme antillaise dans la littérature antillaise, est souvent une image clichée, peut-être parce qu’avant tout écrite par des hommes. Schwarz-Bart et Condé, avec leurs romans Pluie et vent sur Télumée Miracle et Victoire, les saveurs et les mots, démantèlent ces clichés. Elles passent par l’autofiction pour créer un effet de réel dans leurs romans et font de la grand-mère antillais un lieu de mémoire.