De sprong naar een blauw stadshart : Een onderzoek naar de Waalsprong in Nijmegen als geplande en ervaren ruimte
Keywords
Loading...
Authors
Issue Date
2011-09
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
Nijmegen heeft als stad een geschiedenis van de confrontatie met omliggende dorpen in de
strijd om ruimte. Met het neerhalen van de vestingmuren in 1874 krijgt de stad de ruimte om
uit te breiden. Na de oorlog ontstaat opnieuw grote behoefte aan uitbreiding, die dit keer
voornamelijk zuidwaarts gericht is en vanaf de jaren zestig de dorpen Hees, Hatert,
Brakkenstein en Neerbosch opslokt. De nieuwbouwwijken worden groot opgezet en ruim
ontworpen volgens de wijkgedachte. De dorpskernen moeten eraan geloven: „Door de
uitbreidingsplannen worden de dorpen Hees, Hatert, Brakkenstein en Neerbosch door de stad
opgeslokt. In de loop der jaren is bovendien veel van de karakteristieke dorpsbebouwing
verdwenen‟ (Gemeente Nijmegen, 2003). Deze uitbreiding in zuidwestelijke richting gaat
door tot de jaren tachtig van de vorige eeuw: „Met de voltooiing van de wijk Lindenholt
halverwege de jaren tachtig bereikt Nijmegen haar grenzen‟(Gemeente Nijmegen, 2003). In
plaats van uitbreiding volgt daarom een fase van „inbreiding‟; met name in het centrum wordt
vrijgemaakte ruimte (efficiënter) hergebruikt. Vanaf de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening
(1988) en de daaropvolgende Vierde Nota Ruimtelijke Orde Extra (1991) komt als gevolg van
een veranderende visie en ambitie in beleid geld vrij voor de bouw van Vinex-locaties. De
regio Arnhem-Nijmegen wordt aangewezen als stedelijk knooppunt. Door deze
beleidsmaatregelen wordt „(…) de complexe en kostbare ontwikkeling van de Waalsprong
mogelijk‟. Door de ontwikkeling van dit nieuwe stadsdeel aan de overkant van de Waal vanaf
1989 „(…) komt een einde aan de ruimtelijke scheefgroei van Nijmegen in zuidwestelijke
richting. Het oude centrum wordt het middelpunt van de concentrische stad‟ (Gemeente
Nijmegen, 2003). De stad springt over de Waal en komt met haar stedelijke voeten terecht in
een gebied dat zich in verhouding tot Nijmegen laat kenmerken als landelijk en dorps.
Deze verhouding tussen „stad/stedelijke ruimte‟ en „dorp/landelijke ruimte‟ is het
centrale onderwerp van dit onderzoek. Het verschil tussen beide gebieden maakt de
confrontatie benoorden de Waal een interessant vraagstuk. Ik stel dat de gemeente Nijmegen
bovenal het gebied ten noorden van de Waal de stedelijke ruimte in wil „trekken‟. Samenhang
met de bestaande stad en het verbinden van beide oevers zijn de doelstellingen die de visie en
het plan voor de Waalsprong definiëren. De eerste hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan
ook:
Hoe wordt een stedelijke uitbreiding in een landelijk en dorps gebied door planners ge(re)presenteerd? En
wat is daar het idee achter?
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Managementwetenschappen