Het alsof in het recht

dc.contributor.advisorTinnevelt, R.B.J.
dc.contributor.advisorVromen, H.
dc.contributor.authorVermeulen, S.
dc.date.issued2018-08-29
dc.description.abstractHans Vaihingers ‘De Filosofie van het Alsof’ behandelt zijn filosofie over de fictie. In deze scriptie staat de betekenis van deze filosofie voor de juridische fictie centraal. Vaihinger stelt dat, nu de werkelijkheid slechts relatief-subjectief kenbaar is, de mens gebruik moet maken van ficties om grip te krijgen op de werkelijkheid, met als doel overleven, zinvol leven en samenleven. Verschillende auteurs hebben kritiek op Vaihingers positie ten aanzien van de juridische fictie wegens de verhouding tussen werkelijkheid en recht (Kelsen en Bentham). Vaihingers positie spoort mijns inziens echter met de meest zinvolle visie op het recht als brugfunctie. Illustratief hiervoor is het proefschrift van Van Beers, waarin zij het juridisch persoonsbegrip onderzoekt. Daaruit volgt een verfijning van Vaihingers filosofie.en_US
dc.identifier.urihttps://theses.ubn.ru.nl/handle/123456789/5998
dc.language.isonlen_US
dc.thesis.facultyFaculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappenen_US
dc.thesis.specialisationFilosofie van de Rechtswetenschapen_US
dc.thesis.studyprogrammeMaster Filosofie (Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied)en_US
dc.thesis.typeMasteren_US
dc.titleHet alsof in het rechten_US
Files
Original bundle
Now showing 1 - 1 of 1
Loading...
Thumbnail Image
Name:
dipsup Vermeulen, S. DEF.pdf
Size:
251.35 KB
Format:
Adobe Portable Document Format