Abstract:
Elke ketenverplaatsing begint met voortransport en eindigt met natransport. Deze verplaatsingen
spelen een belangrijke rol in de afweging om het openbaar vervoer te gebruiken. In pogingen om het
openbaar vervoer aantrekkelijker te maken voor reizigers wordt er gekozen om het openbaar
vervoer op een hoogwaardige manier te organiseren. In dit onderzoek wordt een specifieke casus,
de RijnWaalsprinter, in de Stadsregio Arnhem Nijmegen onderzocht om zodoende een beeld te
krijgen van de rol die voor- en natransport speelt bij de modaliteitskeuze. De vraag die hierbij
gesteld wordt, luidt: In hoeverre beïnvloedt het voor- en natransport de modaliteitskeuze van
individuele reizigers van de RijnWaalsprinter?