Abstract:
Deze scriptie onderzoekt de manier waarop Karolingische monniken omgingen met klassieke teksten die dikwijls een dominant heidens karakter hadden. Deze studie onderzoekt hoezeer de visie die eerdere onderzoekers zoals Mariken Teeuwen en Sinead O'Sullivan hebben geschetst door te kijken naar Karolingische commentaartradities van klassieke teksten correct is. Dit wordt getoetst door ander bronnenmateriaal aan te boren. Door het bestuderen van correspondentie en gedichten wordt de Karolingische receptie van klassieke teksten in de sociale en politieke context van die tijd geplaatst. Hierbij word de focus gelegd op twee specifieke antieke teksten: Martianus Capella's De Nuptiis Filologiae et Mercurii (een klassiek encyclopedisch werk) en de Aeneid, het beroemde heldenepos van Vergilius.