Abstract:
In Nederlands-Sri Lanka (1658-1796) hield de Verenigde Oost-Indische Compagnie zowel sociaal-cultureel als politiek-juridisch huis op het eiland. Hiertoe installeerde zij onder andere een gelaagd en sterk geïntegreerd rechtsbestel, waarvan de hoogste rechterlijke macht in het zuidelijke commandement Galle, namelijk de Gaalse Raad van Justitie, centraal staat in dit bachelorwerkstuk. Met een bijzondere focus op eisers in civiele rechtszaken, behandelt dit werkstuk achtereenvolgens de historische context, de aantallen zaken en de fasering van de rechtsgang, en de categorieën zaken en de sociale herkomst van eisers. Zodoende wordt inzichtelijk waarom de lokale bevolking doorheen de achttiende eeuw (1700-1793) gebruikmaakte van een koloniaal gerechtshof bij uitstek, en wordt de functie van de Raad van Justitie te Galle in de koloniale maatschappij van Nederlands-Sri Lanka in de achttiende eeuw precies benaderd. Deze functie was op zijn beurt erg diffuus en sterk afhankelijk van de sociale herkomst van eisers, hetgeen door dit bachelorwerkstuk wordt gestaafd.