‘Het gout maeckt hier ter stee, u even als een swijn’. Visies op de geldzucht binnen de stadsgrenzen van Amsterdam in hekeldichten van De Decker, Focquenbroch en Zoet..

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2015-02-17
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
In deze studie is onderzocht hoe drie satirische, zeventiende-eeuwse teksten waarin de geldzucht in Amsterdam gehekeld wordt - Lof der Geldsucht (De Decker, 1667), ‘Op Amsterdam’ (Focquenbroch, 1669) en ‘Hedensdaagsche Mantel-eer’ (Zoet, 1675) - zich tot elkaar en tot het algemene discours verhouden. Er is ingegaan op de rol van de geldzucht in het culturele circuit, op de satirische werking van de teksten en de visies op de geldzucht die uit de teksten spreken. Geconcludeerd wordt allereerst dat de teksten zich bevinden in een discours waarbinnen geldzucht een veelbesproken thema is. De werken zijn onder te verdelen in drie categorieën: lofdichten, stichtelijke teksten en humoristische/ satirische teksten. Ten tweede komt de mate van hekeling in bestudeerde teksten niet overeen, hoewel ze wat betreft gebruik van satirische procedés zeer gelijkwaardig zijn. Ten derde blijkt uit onderzoek naar de visies in de teksten dat ook deze verschillen: De Decker kant zich allesbehalve tegen de stad, enkel tegen mensen die naar Amsterdam trekken om hun zakken te vullen. In de tekst van Zoet vormt Amsterdam slechts het decor: hij hekelt de universele keuze van bezit en geld boven deugd en eer. In Focquenbroch daarentegen, komt zowel Amsterdam als de Amsterdammer er bekaaid vanaf.
Description
Citation
Faculty
Faculteit der Letteren