De sprong over het water : Case studie naar de aanpak van stadsuitbreiding aan de overkant van de rivier

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2010-07-02
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
In de vorm van een verkennend empirisch onderzoek is er gezocht naar een antwoord op de vraag “Hoe maakten Nederlandse steden in het verleden de sprong over het water en hoe wordt de sprong tegenwoordig aangepakt?” In het eerste hoofdstuk wordt de aanleiding tot onderzoek en het vastgestelde doel duidelijk gemaakt. Het doel van het onderzoek is om inzichten te verwerven in de wel of niet geslaagde wijze waarop steden hun stad uitbreiden aan de overkant van het water, door het bestuderen van vroegere- en tegenwoordige sprongen over Nederlandse wateren en hun ontwikkeling. Het tweede hoofdstuk gaat in op “de sprong” over het water als project. Na wordt gegaan hoe de sprong in het verleden, voor- en naoorlogs, en in het heden worden aangepakt. Amsterdam-Noord wordt als eerste case behandeld. Amsterdam kreeg in 1393 een stuk land aan de overzijde in het bezit. Tot 1795 had de stad er alleen een tolhuis en galgenput in gebruik. De overkant had weinig te bieden; men was er arm, sprak er een andere taal en beleed er een andere godsdienst. Ten tijde van de industrialisatie werd het Noordzeekanaal aangelegd en even later het centraal station. In 1914 werd de eerste wijk in Amsterdam-Noord aangelegd, en was bedoeld voor de arbeiders in de havens aan de overkant. De annexatie van gemeentes boven het IJ bij Amsterdam, maakte de sprong mogelijk, er werden tuindorpen gebouwd. Het Amsterdams Uitbreidingsplan greep stevig in op de ongebreidelde groei in de stad. Pas in 1958 werd de eerste vaste verbinding met Amsterdam-Noord gelegd. Tegenwoordig staat het stadsdeel bekend als Vogelaarwijk, maar tegelijkertijd ook om zijn vele kansen. De oevers worden in een hoog tempo gemoderniseerd, mede vanwege de populariteit onder de creatieve industrie. Noord blijft wel de vrijplaats; in het centrum is de drukte. Arnhem-Zuid is de tweede case. Ook Arnhem had al heel lang grond aan de overzijde van het water, maar deed er niets mee. In 1933 werd een tuindorp ontworpen onder de Rijn, de Rijnbrug werd gebouwd en voor de oorlog stonden er al enkele honderden woningen. De oorlog hield weinig heel van Arnhem. In de wederopbouw werd er heftig gebouwd; er was een grote woningnood. In de jaren ’50 en ’60 vergrootte Arnhem onder de Rijn zijn grondgebied, diverse grenswijzigingen vonden plaats. Het Ontwikkelingsplan Malburgen uit 1967 gaf een groei aan tot 24.000 woningen. Tegenwoordig is Arnhem-Zuid qua grootte vergelijkbaar met de stad boven de Rijn. Er wordt nog volop gebouwd, terwijl er in de tussentijd Vogelaarwijk Malburgen wordt vernieuwd. Ondanks de stedelijke voorzieningen die Zuid heeft gekregen is er het gevoel dat Zuid ondergeschikt is aan Noord. Een mogelijkheid om eenheid te vormen tussen de twee schakels is aanwezig: Stadsblokken-Meijnerswijk. De gemeente wil het gebruiken als stadspark, waar de eigenaar een eiland wil bouwen als steppingstone tussen twee karakters. De discussie hierover is nog lang niet voorbij.
Description
Citation
Faculty
Faculteit der Managementwetenschappen