Wonen haalbare kaart bij transit-oriented development?

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2013-06-21
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
In ontwikkelend Nederland is een nieuwe vorm van gebiedsontwikkeling bezig aan een opmars, transit-oriented development (TOD). Een synoniem voor dit begrip is knooppuntontwikkeling en kan omschreven worden als een ruimtelijke ontwikkeling rondom een station (Twynstra Gudde, 2009). Rondom deze ruimtelijke ontwikkeling staat het maximaliseren van de toegang tot het openbaar vervoer centraal (Dittmar & Ohland, 2003). TOD is een nieuwe trend welke in Amerika al langer voor komt. Net als in Nederland ontbreekt ook hier een eenduidige definiëring van TOD (Cervero, 2004). In deze verschillende definities zijn een hoge bebouwingsdichtheid, kwalitatief voetgangersgebied en multifunctioneel ruimtegebruik terugkerende aspecten. Daarnaast is het belangrijk dat er regionale afstemming tussen meerdere knooppunten plaatsvindt (Holmes & Hemert, 2008). In Nederland wordt met het boek Bereikbaarheid in Crisistijd (Rutten, Schrijnen, & Gerretsen, 2010) getracht de Nederlandse vorm van transit-oriented development in beeld te brengen. Daarin wordt de volgende hypothese over deze vorm van gebiedsontwikkeling gehanteerd; om de bereikbaarheid – en daarmee de kwaliteit, de sociale structuur en de economische waarde – van de stedelijke regio’s te vergroten, is het nodig om de koppeling tussen ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteitsontwikkeling te versterken en zo de economische en stedelijke efficiëntie te verbeteren. De koppeling tussen ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteitsstromen maakt deze vorm van gebiedsontwikkeling een nieuw fenomeen. De koppeling tussen deze mobiliteitsstromen en ruimtelijke ontwikkeling wordt nog eens benadrukt in de definitie van Frank van der Hoeven (2005): “De Nederlandse ruimtelijke ordening oriënteert zich bij voorkeur op de aanwezigheid van hoogwaardig openbaar vervoer. Wanneer dat voorhanden is, wordt er gebouwd in de omgeving van haltes, stations en knooppunten van met name railverbindingen: sneltram, metro of trein. Zulke railsystemen zijn daarmee potentiële dragers voor de structuur van stedelijke gebieden als de Randstad.” In dit onderzoek wordt deze definitie als uitgangspunt gehanteerd omdat de nadruk gelegd wordt op het bouwen in de omgeving van stations.
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Managementwetenschappen