Existentiële verhalen: de kracht van (symbolische) onsterfelijkheid bij verlies bekeken vanuit de terror management theorie.

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2017-08-15
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
De terror management theory veronderstelt dat de mens dagelijks wordt geconfronteerd met een angst voor de eigen dood. Om deze angst te onderdrukken houden mensen zich vast aan culturele wereldbeelden om zo het gevoel van (symbolische) onsterfelijkheid te bereiken. Tot op heden is er weinig onderzoek gedaan naar hoe de mens omgaat met de angst voor de dood van dierbare anderen. In deze studie is in twee experimenten onderzocht wat de effecten zijn van gedachten aan de dood van dierbaren (experiment 1), en van daadwerkelijk verlies van dierbaren (experiment 2). In experiment 1 werd getest of hechte relaties als cultureel wereldbeeld werken en of er verschillen bestaan in de selectie van culturele wereldbeelden. 150 respondenten hebben in het experiment gedacht aan de eigen dood, of aan de dood van een ander. Om te testen of hechte relaties als cultureel wereldbeeld werken, werden respondenten of voorafgaand aan, of na het denken aan de dood bevraagd over het belang van hechte relaties. Om het effect van doodgedachten op culturele wereldbeelden te testen zijn vragen afgenomen over materialisme en hechte relaties. Mensen die werden herinnerd aan de dood van een dierbare scoorden hoger op doodgedachten dan mensen die aan de eigen dood werden herinnerd. Daarnaast bleken respondenten ná het denken aan de dood van een dierbare meer waarde te hechten aan hechte relaties en minder aan materialisme, dan vóór het denken aan de dood van een dierbare. Deze resultaten laten zien dat verder onderzoek naar de impact van de dood van dierbaren op de wereldbeelden van nabestaanden relevant is. In experiment 2 werd getest of het verlies van een dierbare effect heeft op de identificatie, transportatie, mixed affect en waardering voor verhalen met een verwijzing naar (symbolische) onsterfelijkheid, waarbij werd verwacht dat de ernst van het verlies en de mate van acceptatie en spiritualiteit een modererende rol zouden spelen. 1018 respondenten lazen een verhaal over verlies; voor de helft van hen bevatte het verhaal een verwijzing naar (symbolische) onsterfelijkheid; in het verhaal van de andere helft ontbrak die verwijzing. Respondenten die een zwaar verlies hadden meegemaakt scoorden hoger op identificatie naarmate zij het verlies beter konden accepteren dan respondenten die een matig verlies hadden meegemaakt en dit beter konden accepteren. Deze interactie deed zich vooral voor bij minder spirituele respondenten. Ook bleken respondenten die het verlies in mindere mate konden accepteren zich meer te identificeren met het personage bij het verhaal met verwijzing naar (symbolische) onsterfelijkheid, dan bij het verhaal zonder deze verwijzing. Deze resultaten suggereren dat verhalen over verlies steun kunnen bieden aan mensen in rouw.
Description
Citation
Faculty
Faculteit der Letteren