Op het snijvlak van RO en EV : Een onderzoek naar de mogelijkheden voor een betere borging van externe veiligheid in het ruimtelijk planproces van middelgrote gemeenten

Keywords
Loading...
Thumbnail Image
Issue Date
2014
Language
nl
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Abstract
Externe veiligheid is een complex beleidsveld dat wordt gekenmerkt door reactieve wet- en regelgeving en versnipperde expertise. Het concept Externe Veiligheid heeft een ontstaansgeschiedenis die terug te voeren is tot het begin van de negentiende eeuw (Ale, 2003). Deze periode wordt gekenmerkt door de beginnende opkomst van de chemische industrie en de intensivering van het vervoer van gevaarlijke goederen. Dit riep nieuwe vragen op over de veiligheid van de bewoners in de nabijheid van deze stoffen en activiteiten. Op rijksniveau is de beleidsvormgeving pas werkelijk opgang gekomen na de Bijlmerramp in 1992 en de vuurwerkramp in Enschede. Na onderzoek van de aangestelde commissie bleek dat de institutionele raamwerken voor externe veiligheid niet afdoende functioneerden en dat er onvoldoende afstemming was tussen het integrale veiligheidsbeleid en de wetgeving voor ruimtelijke ordening. Sindsdien is de ontwikkeling van wetgeving op gang gekomen. Het externe veiligheidsbeleid in Nederland is gefundeerd op de risicobenadering, of, met andere woorden, het risicodenken. Dit houdt in dat het rijk erkent dat ruimtelijke ontwikkelings-doelstellingen niet kunnen worden bereikt zonder enige mate van risico te accepteren ten aanzien van rivaliserende ruimtelijke ambities. We gaan deze risico`s dus niet ten koste van alles uit de weg, maar kijken hoe ze op een verantwoorde wijze kunnen worden geaccepteerd. Deze risico`s zijn vormgegeven door het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het willen waarborgen van de veiligheid van burgers vraagt om afstanden en veiligheidscontouren rondom bepaalde functies waardoor extensief ruimtegebruik in de hand wordt gewerkt. Tegelijkertijd vraagt de veranderende gebiedsontwikkelingspraktijk en de tendens richting binnenstedelijke herontwikkeling om een intensiever gebruik van de schaarse ruimte en menging van functies. Dit roept vragen op voor de verantwoordelijke publieke actoren bij gebiedsontwikkeling over goede ruimtelijke ordening. De focus voor dit onderzoek ligt bij het groepsrisico, aangezien eerder onderzoek heeft aangetoond dat de borging hiervan op beduidende problemen stuit bij vooral middelgrote gemeenten. Zij krijgen wel te maken met enkele risicobronnen binnen hun grenzen, maar hebben niet de benodigde kennis, kunde of capaciteit om deze aspecten in hun planproces te borgen. Het doel van dit onderzoek is het leveren van een pragmatische bijdrage voor de organisatorische borging van de verantwoordingsplicht groepsrisico in het ruimtelijke ordeningsproces bij kleine tot middelgrote gemeenten, door te analyseren wat goede borging betekent en wat de barrières en knelpunten hiervan zijn, en wat de potentiële bijdragen en/of tekortkomingen zijn van de beleidsmethode voor kleine bouwplannen.
Description
Citation
Supervisor
Faculty
Faculteit der Managementwetenschappen